Kleptocratie

Kleptocratie komt van het Griekse klepto (stelen) en kratein (regeren), en betekent dus “regering door dieven”. In tegenstelling tot bijvoorbeeld democratie of dictatuur is het geen staatsvorm. Het betreft een pejoratieve term voor (vermeend) zelfverrijkende regeringen en landen.

Het kan wel tot informele bestuursvorm verworden; in dat geval is de mogelijkheid om te stelen en te laten stelen bepalend voor de machtsverhoudingen in het land.

Een minder negatieve term voor ‘kleptocratie’ is eveneens de door geld gestuurde ‘plutocratie’, waar oligarchen, zoals in Rusland en de voormalige Sovjet-republieken, vaak informeel, de dienst uitmaken.

Kleptocratieën zijn meestal – maar niet uitsluitend – dictaturen. Het wordt vaak geassocieerd met bananenrepublieken, maar absolutistische en koloniale regeringen worden er soms ook van verdacht kleptocratieën te zijn. Tegenwoordig zijn kleptocratieën vooral derdewereldlanden.

Historische voorbeelden

In de geschiedenis is het talloze malen voorgekomen dat kringen van intimi rond de machthebbers grote vermogens bijeen roofden. Voorbeelden zijn:

  1. Napoleon I die als keizer een vermogen vergaarde en toeliet dat zijn maarschalken en generaals dat ook deden. De maarschalk Masséna graaide in Milaan en ook elders zoveel bij elkaar dat Napoleon op Sint Helena opmerkte: “Masséna a bien volé” (Frans: Masséna heeft goed gestolen”). De keizer zelf liet de sieraden van zijn vrouw Joséphine op de begroting van de ambulances van het leger boeken.
  2. De onmetelijke schatten van de Katholieke kerk in Engeland werden door Hendrik VIII geconfisqueerd en verdeeld tussen de kroon en de grote edellieden rond de koning. Dit is de basis van veel van de grote adellijke vermogens in Groot-Brittannië.